Wij bieden tweetalige opvang aan. Dit omdat uit onderzoek is gebleken dat tweetaligheid heel leuk en leerzaam is voor kinderen. Een tweetalig kind leert er op latere leeftijd gemakkelijker meer talen bij en ook voor de cognitieve ontwikkeling is opgroeien in een tweetalige omgeving goed.
De periode van 0-4 is de meest taalgevoelige leeftijd van een mens. Vooral in de peuterleeftijd komt de taalontwikkeling in een stroomversnelling. Daarom is het van belang dat er op de kinderopvang aandacht wordt geschonken aan de ontwikkeling van taal en spraak. De omgeving van het kind heeft een grote invloed op die ontwikkeling. Kinderen gaan praten omdat ze in een omgeving verkeren waar met en tegen hen wordt gepraat. Volwassenen spelen daarbij een belangrijke rol. Zo benoemen de pedagogisch medewerkers op Op ús Pleats wat ze zien, voelen of doen, zowel van zichzelf als van de kinderen. Ze doen dat niet alleen in een-op-een situaties met een kind, maar ook in groepsverband. De pedagogisch medewerkers hebben oog voor de ontwikkelingsmomenten van de kinderen en spelen daarop in met een praatje, verhaaltje, versje etc. Op die manier sluit het taalaanbod aan bij de activiteiten en de ervaringen van de kinderen. Ook door thematisch te werken krijgt het taalaanbod een context. Zo kan met verschillende activiteiten (praten, vertellen, knutselen, ontdekken, zingen) aandacht worden geschonken aan en bepaald onderwerp, seizoen, feest etc.
Fries of Nederlands?
Onze pedagogisch medewerkers spreken hun eigen moedertaal tegen de kinderen. Dit houd in dat elke pedagogisch medewerker altijd Fries of altijd Nederlands spreekt, ook onder de collega’s. Zo kunnen kinderen beter onderscheidt maken tussen de twee talen.
Jonge kinderen willen alles een naam geven. Door het tweetalige beleid leren de kinderen de Friese én de Nederlandse naam. Jonge kinderen in een tweetalige omgeving gebruiken soms Friese en Nederlandse woorden inéén zin. Dat is een normale fase in het leren van twee talen waarover men niet ongerust hoeft te zijn. Als ze ouder zijn (een jaar of vier) kunnen ze de beide talen behoorlijk uit elkaar houden.
De pedagogisch medewerker gaat positief in op de taal die het kind gebruikt. Kromme taal wordt in goede woorden/zinnen, aangevuld of op ingegaan met gebruik van dezelfde woorden. Verkeerde zinnen worden niet gecorrigeerd! De pedagogisch medewerkers reageren in hun eigen taal op de uitingen van de kinderen (bijv. “water in doen”- “Ja hear, ik sil wetter yn de teepôt dwaan”). Verder informeren wij de ouders/verzorgers over het belang van tweetaligheid en houden wij hen op de hoogte van de ontwikkelingen van hun kind.